Carpetright: hoe software een bedrijf kan doen struikelen

Carpetright was jarenlang een bekende vloerenwinkel in Nederland. Met 75 filialen, een webshop en zo’n 350 werknemers leek het bedrijf stevig te staan. Toch ging het in 2025 failliet. Niet door slechte verkoop, maar door… problemen met hun IT-systemen.

Een winkel achter de schermen

Stel je voor: een klant koopt een tapijt. Aan de kassa gebeurt er meer dan je denkt:

  1. POS (Point of Sale)
    Dit is het kassasysteem. De medewerker scant de barcode en het kassasysteem registreert de prijs en de betaling.
    → De kassa moet daarna de info doorgeven: “Dit tapijt is verkocht.”
  2. PIM (Product Information Management)
    Dit is de productendatabase. Hier staat alles over elk tapijt: maten, kleuren, prijs én hoeveel er nog in voorraad ligt.
    → Wanneer de kassa zegt: “1 tapijt verkocht”, past PIM de voorraad aan: “Nu nog 9 stuks in plaats van 10.”
  3. ERP (Enterprise Resource Planning)
    Dit is het centrale brein van het bedrijf. Het houdt de voorraad bij, regelt de boekhouding en zorgt dat leveranciers weten wat ze moeten bijbestellen.
    → Het ERP moet dus de juiste data krijgen van kassa én PIM om goed te functioneren.

Als die drie systemen netjes samenwerken, loopt alles gesmeerd: de klant krijgt zijn tapijt, de voorraad klopt, de boekhouding ook.

De omschakeling

Carpetright werkte al meer dan 30 jaar met een oud kassasysteem en productendatabase. Die waren traag maar betrouwbaar: alle onderdelen “kenden” elkaar. Toen de keten zich losmaakte van de Engelse moeder, wilden de nieuwe eigenaars moderniseren. Ze kozen voor Microsoft Dynamics 365 Business Central (ERP) en LS Retail (kassa’s en winkelbeheer).

Maar dat bleek een moeilijke stap. De systemen begrepen elkaar niet goed. Het leek alsof ze ineens in een andere taal moesten communiceren.

Het gevolg: digitale chaos

  • De kassa zei: “Ik heb 1 tapijt verkocht.”
  • Het voorraadbeheer (PIM) antwoordde: “Sorry, ik begrijp je niet.”
  • De boekhouding vroeg: “Hoeveel hebben we vandaag verkocht?” → Geen duidelijk antwoord.

Gevolg:

  • Voorraad klopte niet meer (systeem dacht 100, terwijl er nog 5 lagen).
  • Klanten bestelden tapijten die er niet waren.
  • Leveranciers kregen verkeerde signalen over hoeveel er bijbesteld moest worden.
  • De financiële administratie raakte achterop.

Van IT-probleem naar faillissement

De chaos in de datastromen zorgde voor boze klanten, financiële onzekerheid en uiteindelijk het faillissement. Een gezonde winkelketen viel dus om door problemen met software-implementatie.


Onderzoeksvragen voor klas 5 APDA

  1. Datastroom tekenen: Maak een schema van de digitale weg die een aankoop aflegt: van klant → POS → PIM → ERP → bank → leverancier. Duid ook aan waar het mis kan gaan.
  2. Oud vs nieuw: Wat zijn de voordelen van een oud, stabiel systeem? En welke risico’s hebben nieuwe systemen?
  3. Preventie: Welke drie maatregelen zou jij als IT’er voorstellen om dit soort problemen bij een migratie te vermijden?
  4. Link naar je opleiding: Welke thema’s van APDA herken je in dit verhaal (databeheer, netwerken, applicatiebeheer)?

fotoverantwoording: WIKICOMMONS

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *